Vrijdag academiedag. We drinken koffie op de trappen voor de entree. Er is rivier, er is zon, er zijn blote armen. De mijne bleker dan een vel papier.

Ik noem het maar rust. Het slot van een week waarin mijn schoonmoeder bijna overleed, die verdomde ziekenhuislucht en haar bewusteloze luciferlijfje. Minutenlang keken we zwijgend naar het op en neer gaan van haar borst.

Ze werd weer wakker. We gingen weer naar huis. Mijn sigaret is op en de les begint.