Op tv was het woord aan een dode zoon, zo geloofden alle aanwezigen. De sleutels van het hemelrijk waren in handen van het Amerikaanse medium Char. Haar stem had dat priemend aardige van Amerikaanse theekransjes, het denderde maar voort. In de achtergrond overwoog ik intussen verleden tijd. Ik las een gedicht van Kopland. Ik huilde toen, zo pakweg tien seconden lang, om al de goede redenen, en ook omdat het zo rauw mooi is dat poëzie zo raken kon.