Vanonder het dons is de wereld precies groot genoeg voor mij. Zondagochtend, en alles begint met een z. Zacht, zonlicht, zomaar, zeeën van tijd om wakker te worden.

Kijk: B. is druk bezig in de tuin, er ligt allerlei groen op de klinkertjes, ze beweegt zo natuurlijk, van sprietje naar sprietje, dat ik er een beetje wee van word. Ze ziet nog niet dat ik kijk. Liefde is een lief op laarzen.

In de logeerkamer ligt vriend G. nog te slapen, en ik wacht tot ‘ie naar buiten komt gestommeld. Koffie-sigaret-wat-was-het-goed-gisteravond, toen we middenin de nacht een stel paarden uit hun slaap haalden en doorliepen naar een bosmeertje, op een bankje zaten en praatten over praten.

Ik ben maar eens gewoon gelukkig.